De menselijke ervaring kan worden gezien als het betreden van een groot vergeten. Het doek van de geconditioneerde geest verhult de ware aard van het zelf en werpt een schaduw van scheiding, beperking en twijfel over het bestaan. Wie is men werkelijk? Is men slechts een geest in een lichaam, reizend door het leven op zoek naar geluk en het vermijden van pijn? Of is er iets veel diepers, iets dat tijd en ruimte overstijgt?

Er is iets onuitsprekelijks, iets dat, wanneer het gerealiseerd wordt, ware vrede en vervulling schenkt. Om dit te ontdekken, moet men voorbij de sluier van de geest kijken — voorbij gedachten en sensaties — om de kern van het ware Zelf te vinden. Wat is de geest? Deze vraag is door de geschiedenis heen steeds opnieuw gesteld. In vele culturen en tradities is de geest onderzocht via filosofie, psychologie, wetenschap en directe ervaring, om het mysterie te doorgronden van wie men is voorbij de geest en het lichaam.

De geest wordt vaak gezien als iets wat in het hoofd huist, verbonden met denken en cognitie. Maar de geest is veel meer dan dat. Het is de bron van dualiteit, bekend als Māyā of Illusie. Het ego, het gevoel van ‘ik’, is een manifestatie van deze illusie. Het beperkte, afgescheiden ‘ik’ is slechts een schaduw van het ware Zelf. Wanneer het ‘ik’ zich opent tot universeel bewustzijn, verdwijnt de illusie van afscheiding.

Voor velen is het gevoel van zichzelf zo verweven met gedachten, emoties en herinneringen dat het ware Zelf onzichtbaar wordt. Deze vermenging schept het ego — een overtuiging van een afzonderlijke identiteit. Het ego is een verhaal dat vanaf jonge leeftijd ontstaat, een construct dat het gevoel van een uniek, gescheiden ‘ik’ bevestigt. Als baby is er nog geen ego; de ervaring is eenheid met de omgeving. Maar naarmate het kind groeit, ontwikkelt zich het zelfbewustzijn en ontstaat het idee van een afzonderlijke ‘ik’.

Dit proces begint vaak met het herkennen van het eigen spiegelbeeld, een symbolisch moment in de ontwikkeling van identiteit. Toch is dit slechts een onderdeel van een breder socialisatieproces. De omgeving bevestigt het gevoel van afzondering, en zo groeit het ego verder. De geest verdeelt, onderscheidt, en creëert voorkeuren en afkeer, waarmee de illusie van het gescheiden zelf wordt versterkt.

Dit ego is echter niet het ware Zelf. Het is een illusie die lijden veroorzaakt. Psychologisch lijden kan altijd worden herleid tot het geloof in een afgescheiden ‘ik’. Het gevoel van fragmentatie en gemis is de kern van deze ervaring. Pogingen om de geest te overwinnen met de geest zelf leiden tot een eindeloze strijd.

Toch kan het loslaten van de identificatie met het ego leiden tot een diepe bevrijding. Door niet langer vast te houden aan het verhaal van een afgescheiden zelf, kan het ware bewustzijn zichtbaar worden. Dit bewustzijn is altijd aanwezig en verenigt getuige en getuigde, subject en object.

De eerste Nobele Waarheid van het Boeddhisme stelt dat lijden een inherente eigenschap is van de geconditioneerde geest. Dit lijden is echter geen straf, maar een uitnodiging tot ontwaken. Ware vrede ligt niet in uiterlijke omstandigheden, maar in het loslaten van de illusie van afgescheidenheid.

Het lijden onthult de fundamentele fout van het geloof in een apart zelf — een val uit het oorspronkelijke bewustzijn, een scheiding van het ware Zelf. Herinnering aan de eenheid met het universele bewustzijn is het begin van bevrijding. Wanneer deze sluier valt, opent zich een diepe vrede, en wordt duidelijk dat het Zelf nooit afgescheiden was.

Het begrijpen van de egoïstische weerstand in de geest begint bij het observeren van het grotere principe van hoe energie in het universum beweegt. Een treffend voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde Lichtenberg-figuren: patronen die ontstaan wanneer een elektrische ontlading met hoge spanning door materialen stroomt. Deze ontlading creëert vertakkende kanalen die lijken op boomstructuren. Bijvoorbeeld, wanneer elektriciteit door hout stroomt, ontstaan zulke patronen. In een bekend voorbeeld wordt een Lichtenberg-figuur gevormd door triljoenen elektronen in een acrylblok te injecteren met een deeltjesversneller van 5 miljoen volt. Elke fysieke materie, zoals het acrylblok, werkt als weerstand of vertraging van energie. Tijdens een onweersbui beïnvloedt de luchtweerstand de vorming van het geleidende kanaal en de stroom. Het observeren van deze boomachtige structuren onthult het pad dat energie door het medium en over de tijd heeft genomen. Zulke vertakkende patronen komen overal in de natuur voor, van het kleinste tot het grootste schaalniveau. Het universum zelf kan worden gezien als een spel van vorm en weerstand — een enorme geest die een soort verstoppertje met zichzelf speelt.

Samskara’s, of onbewuste patronen, ontstaan wanneer de lading van een ervaring intens is. Energieën komen samen en de gedachte aan “ik” verschijnt, samen met weerstand. Zonder weerstand stroomt energie eenvoudig door; het leven stroomt. Maar wanneer weerstand ontstaat, wanneer het “ik” opkomt, vertakt de energie en ontstaan nieuwe paden in de onbewuste geest. Deze patronen draaien autonoom, verstoppen zich en groeien in de schaduwen totdat ze weer worden onthuld en bewust geïntegreerd in het geheel.

Intense angst kan het allereerste diepe geheugen zijn, zonder duidelijke oorzaak, een gevoel dat er op elk moment iets mis kan gaan, een gevoel dat zich jaren kan vasthouden en intensiveren. Zelfs te midden van een goed gezin en een succesvol bedrijf kan van binnen een leegte blijven bestaan. Genezing kan beginnen wanneer meditatie en innerlijke stilte worden gevonden, een moment van vrede en tevredenheid waarin angst even verdwijnt.

De zoektocht naar begrip leidt vaak naar spirituele paden en het concept van ontwaken of verlichting. Ontwaken betekent in essentie het niet meer geloven in gedachten als absolute waarheid. Gedachten blijven, maar de angst ontstaat door het geloof in het afgescheiden “ik” of het idee dat men gewoon een persoon is die zijn leven leidt. Het besef groeit dat men veel meer is dan dat: oneindig en verbonden. Deze erkenning stabiliseert langzaam, waarbij blokkades zoals gevoelens van onwaardigheid of het niet goed genoeg zijn als ouder worden onderzocht en losgelaten. Uiteindelijk leidt dit tot een stabiele vrede, moeiteloosheid, vreugde, liefde en een diep gevoel van thuishoren en zelfacceptatie, wat voorheen onbereikbaar leek.

Veel mensen ervaren momenten van ontwaken, maar lijken deze vaak weer kwijt te raken. Dit heen en weer tussen “ik heb het” en “ik ben het kwijt” ontstaat wanneer ontwaken niet volledig wordt begrepen of erkend. Samadhi en andere spirituele staten zijn aangename ervaringen van gelukzaligheid of verhoogd bewustzijn, maar worden vaak verward met de uiteindelijke waarheid. Deze staten komen en gaan, terwijl het oorspronkelijke bewustzijn altijd aanwezig blijft. Als er blijft worden gezocht naar tijdelijke ervaringen, wordt de zoeker steeds verder verwijderd van de waarheid en raakt uiteindelijk in een crisis of terugval, net als een verslaafde die steeds weer tijdelijke hoogtes zoekt.

Het leven is gevuld met verslavende gedragspatronen, en daarmee wordt niet alleen verslaving aan middelen als alcohol en nicotine bedoeld. Veel sociale fenomenen — zoals verslaving aan reality-tv, beroemdheden of consumentisme — zijn pogingen om te ontsnappen aan de zinloze, onnatuurlijke manier van leven die tegenwoordig vaak wordt ervaren. Omdat een echte ontsnapping onbekend is, worden verslavingen als compensatie gebruikt. Een diepgaand begrip van de realiteit helpt het leven natuurlijker te maken en in overeenstemming te brengen met de ritmes en stromingen van de natuur. Wanneer dit gebeurt, verdwijnt de behoefte aan verslaving, en kan men gezondere, vervullende levens leiden zonder de vertekening van het egoïstische idee dat het leven om het eigen ik draait — een van de meest onnatuurlijke illusies. Het is alsof een bloem op een appelboom denkt dat het leven om haar draait en dat zij voor altijd moet overleven. Maar als de bloem haar zin kreeg, zouden er geen appels en geen appelbomen meer zijn.

Alsof het hele leven geslapen wordt in een droompersoon. Om wakker te blijven is een voortdurende zuivering van de zelfstructuur noodzakelijk. Zelfs bij volledig ontwaken is het belangrijk waakzaam te blijven, niet te geloven in de volgende gedachte, en gelijkmoedig te blijven met wat er verschijnt wanneer onbewuste gedachten naar boven komen. Anders kunnen onbewuste patronen de waarheid verduisteren. Het onbewuste moet transparant worden gemaakt. Zonder confrontatie met wat zich in het onbewuste bevindt, bestaat het risico te vervallen in spirituele bypassing.

Spirituele bypassing verwijst naar de neiging om te beweren al ontwaken te zijn om moeilijke emoties, onopgeloste psychologische problemen of echte levensuitdagingen te vermijden. Het ego kan een glimp van ontwaken toe-eigenen en daardoor verhinderen dat iemand vanuit ware waarheid leeft. Bijvoorbeeld, tijdens momenten van angst of stress — zoals bij een angstige medische procedure — kan plotseling een golf van realisatie ontstaan dat paniek niet nodig is. Deze verandering is soms moeilijk te verklaren, maar brengt een diep gevoel van vrede teweeg, ondanks ongewisse omstandigheden. Het betekent niet dat problemen verdwijnen, maar dat de reactie erop verandert.

De geest wordt stil, terwijl het uiterlijke leven ogenschijnlijk hetzelfde blijft. Het kan maanden duren voordat duidelijk wordt dat er een ontwaken heeft plaatsgevonden. Tijdens dit proces verdwijnt de oude pijn en stress, en blijft een stille geest over. Het ontwaken zelf laat geen herinnering achter; alleen herinneringen aan ervaringen en fenomenen blijven over. Waar herinneringen zijn, is er altijd een spoor van weerstand — het begin van de "ik"-gedachte. Ontwaken is geen ervaring die door de geest kan worden vastgehouden. Primordiaal bewustzijn wordt wakker in het nu, direct en onbelemmerd door herinnering of mentale filtering.

Het najagen van staten of ervaringen betekent het ontwaken missen. Als iets komt en gaat, en nu afwezig is, is het niet de ware natuur. Er moet tijd genomen worden om rechtstreeks naar het ware wezen te kijken, niet via de geest, want het ware zelf is voorbij de geest en kan niet door de geest herkend worden. De aandacht kan naar binnen worden verlegd om bewust te worden van het huidige moment en van bewustzijn zelf.

Binnen deze ruimte kunnen gedachten, sensaties en emoties verschijnen, net als fenomenen uit het onbewuste. Dit natuurlijke opruimproces ontvouwt zich wanneer er aandacht aan wordt gegeven. Het is belangrijk open te staan voor alles wat opkomt, en te blijven in de natuurlijke staat van de geest, vrij van conceptuele beperkingen.

Ontwaken vindt vaak plaats in twee fundamenteel verschillende bewegingen. De eerste beweging ontstaat vanuit lijden, en leidt tot een direct onderzoek naar de aard van de gedachte en van degene die schijnbaar door deze gedachten gebonden is. Dit onderzoek laat het gevoel van een denker oplossen, en daarmee verliezen gedachten hun betekenis.

Wat overblijft is een pure, ongebonden bewuste ervaring die bevrijdend en vredig is. Dit is vaak de eerste fase van ontwaken, hoewel het moeilijk is om te beseffen dat het proces nog veel dieper kan gaan. In de dagen daarna kan deze eerste diepe en bevrijdende ervaring zich uitbreiden tot iets dat de menselijke dimensie overstijgt.

Deze ervaring overstijgt de grenzen van het zelf zoals dat eerder werd begrepen — los van alle vormen en ideeën over wie of wat men is, en hoe de wereld is. Wat overblijft is moeilijk in woorden te vatten, maar kan via boeken en directe interacties met anderen die geïnteresseerd zijn, worden onthuld aan degenen die er klaar voor zijn en zelf willen onderzoeken.

Er is geen volledige ervaring van de totaliteit van de natuur. Dus hoe kan dit ene bewustzijn, dat natuur is, dan beperkingen ervaren en schijnbaar veelvoudig zijn? Eén natuurlijk proces dat dit verklaart, is dissociatie, bekend uit de psychiatrie. Dit is een proces waarbij één bewustzijn schijnbaar fragmentarisch en losgekoppeld wordt in meerdere centra van bewustzijn. Er is empirisch bewijs voor dit proces bij mensen, met behulp van neuro-imaging van de hersenen. Het concept kan verder worden uitgelegd vanuit de geïntegreerde informatietheorie, een vooraanstaande theorie in de neurowetenschap van bewustzijn. Wanneer een dissociatieve grens ontstaat, is alleen via perceptie te zien wat zich aan de andere kant van die grens bevindt. Wat wordt waargenomen, is materie, fysikaliteit. Met andere woorden: materie en fysikaliteit zijn bewuste verschijningen van een bewust proces aan de andere kant van een dissociatieve grens.

Of deze processen nu worden beschreven met moderne theorieën of oude modellen zoals de vijf skandha’s, het belangrijkste is dat processen die normaal onbewust zijn, bewust gemaakt worden. Wanneer bewustwording plaatsvindt, kan weerstand binnen de zelfstructuur losgelaten worden. De onbewuste werking van het "ik" kan worden losgelaten. Percepties van het fysieke lichaam, sensaties daarop, conceptualisaties van objecten, identificaties met voorkeuren en het gevoel van een getuige die alles observeert — al deze mentale processen dienen gerealiseerd te worden als leeg van zelf. Met andere woorden: er vindt disidentificatie plaats van fenomenen, terwijl deze fenomenen precies blijven zoals ze zijn. Dit betekent geen afwending van het leven, maar juist een verdieping van intimiteit met het leven.

Het begrip dat bewustzijn fundamenteel is en voorafgaat aan fysikaliteit kan het leven en het mens-zijn diepgaand veranderen. Dit begrip ontwikkelt zich vaak langzaam: eerst conceptueel in de geest, daarna dringt het door in het lichaam en beïnvloedt emoties en gevoelens, wat alles verandert. Het verandert de kijk op wat een goed geleefd leven is, welke doelen waardevol zijn, de perceptie van het zelf en de relatie tot andere levende wezens. Persoonlijke doelen gericht op status, macht of geld verdwijnen. Het besef groeit dat het leven niet draait om het individu, maar om de natuur, en dat het individu slechts een lokale manifestatie daarvan is. Dit inzicht leidt tot diepe ontspanning van angst die gepaard gaat met het najagen van persoonlijke doelen en de teleurstelling als deze niet worden bereikt. Alle dergelijke zorgen verdwijnen en het leven wordt geleefd als een vorm van dienst aan de natuur. Openheid ontstaat om te handelen naar wat de natuur door het individu heen wil doen. Hoewel dit kan klinken als ondergeschiktheid, voelt het niet zo; het bevrijdt juist van de overweldigende verantwoordelijkheid om persoonlijk geluk af te dwingen.

Een van de meest beperkende gedachten is dat het leven om het individu draait en dat men daarom zelf verantwoordelijk is voor eigen geluk. Wanneer hierin wordt gefaald, ontstaat berouw. Dit idee kan verdwijnen. Dat is een van de fundamentele veranderingen die optreden bij een diep begrip van de realiteit. Dit begrip bevordert empathie, wederzijds respect en niet-egoïstische doelen, en vermindert verslavende gedragspatronen. Het is duidelijk dat als dit inzicht breed gedeeld zou worden binnen de mensheid, het leven aanzienlijk zou verbeteren. De oplossing voor wereldproblemen ligt in het herkennen van de ware oorzaak: het ego dat alleen handelt vanuit eigenbelang. Of het ego zich richt op politiek, religie, economie of onderwijs, zolang het uitgaat van een afgescheiden "ik", blijft lijden en scheiding bestaan.

De enige uitweg voor de mensheid is ontwaken. In het boeddhisme betekent dit het verdwijnen van het gevoel van een afgescheiden zelf en tegelijkertijd het ervaren van niets anders dan het Zelf. Dit is nirvana: het ophouden van zelfgericht handelen, illusie, dromen en het ontwaken uit het karakter in de droom van het leven. In de Bijbel staat dat het Woord vlees werd en onder ons woonde. Het Woord, vaak vertaald als Logos, is een oud begrip met diepe betekenis, geassocieerd met eeuwigheid, Waarheid en directe openbaring. Men kan zeggen dat het via de Logos, het Christusbewustzijn of Boeddhanatuur is dat Gods geest bekend wordt.