Het begrip "God" heeft in verschillende spirituele tradities en religies uiteenlopende interpretaties, maar vanuit een spirituele kijk wordt God vaak gezien als de ultieme bron van alles, het oneindige, het onvoorstelbare, en het transcendente. Hieronder geef ik een uitgebreid verslag over God vanuit een spiritueel perspectief, met inbegrip van verschillende zienswijzen, filosofieën en inzichten die vanuit verschillende spirituele tradities zijn ontstaan.

God als de Onzichtbare Oorsprong

In veel spirituele tradities wordt God beschouwd als de bron van alle dingen. Dit kan worden begrepen als de ultieme kracht, energie of bewustzijn waaruit alles voortkomt. Dit idee komt overeen met het concept van de oerbron, die in veel spirituele en filosofische systemen wordt beschreven als de oergolf van het universum, het eerste principe dat alles doordringt en dat alles in stand houdt. In het hindoeïsme bijvoorbeeld wordt Brahman gezien als het onmetelijke, alles doordringende, allesomvattende, en alomtegenwoordige wezen waar alles uit voortkomt en uiteindelijk naar terugkeert.

God als Bewustzijn of Zelfbewustzijn

In sommige spirituele stromingen, zoals het advaita-vedanta in het hindoeïsme, wordt God niet als een aparte entiteit gezien, maar eerder als het oneindige bewustzijn. Het is het ware Zelf, de "Atman" die niet gescheiden is van het grotere geheel, "Brahman". Dit bewustzijn is niet beperkt door tijd, ruimte of vorm, en is het enige dat werkelijk bestaat. Alles wat wij als individuen ervaren is slechts een manifestatie van dat ene, alomtegenwoordige bewustzijn. De ervaring van God kan dus gezien worden als een ervaring van eenheid en verbondenheid met alles wat is.

In het boeddhisme bestaat er geen specifieke god die wordt aanbeden, maar er wordt wel gesproken over het dharmakaya, het universele, allesomvattende bewustzijn of de waarheid die alles doordringt. De ultieme waarheid in het boeddhisme is vaak een ervaring van leegte, van het niet-zelf, waar de individuele ego's en concepten van afscheiding verdwijnen.

God als Liefde en Compassie

In veel spirituele tradities wordt God ook gezien als het ultieme principe van liefde en compassie. Dit komt sterk naar voren in het christendom, waar God wordt gepresenteerd als liefde zelf, zoals het beroemde Bijbelvers "God is liefde" (1 Johannes 4:8). In de mystieke traditie binnen het christendom wordt God vaak ervaren als de onvoorwaardelijke liefde die alles doordringt, die ons uitnodigt om een diepe verbinding te maken met elkaar en met de hele schepping. Liefde wordt vaak gezien als de kracht die alles in het universum met elkaar verbindt.

Evenzo in het soefisme, een mystieke stroming binnen de islam, wordt God vaak gepresenteerd als de geliefde, degene die wordt gezocht in een reis van zelftranscendentie, waarbij de zoeker de liefde van God ervaart als de ultieme realiteit.

God als Het Ene en Allesomvattende

In het monisme, een filosofische en spirituele kijk die stelt dat alles in de werkelijkheid uiteindelijk één is, wordt God vaak gezien als de ene essentie die alles omvat. De spirituele ervaring van God is dan een ervaring van onverdeeldheid, waarin het idee van een gescheiden "zelf" of "ander" verdwijnt. De mystici van verschillende tradities hebben dit gevoel van eenheid ervaren, en het wordt vaak geassocieerd met een diepe innerlijke vrede, stilte en bevrijding van het ego.

De mystieke traditie binnen het jodendom, het zogenaamde Kabbalah, benadrukt ook het idee van een eenheid van alles en het idee dat God, of Ein Sof (de oneindige), alles doordringt en geen scheiding kent. De ervaring van God in Kabbalistische mystiek is een ervaring van diepe eenheid met het universele en een loslaten van dualiteit en afgescheidenheid.

God en de Ziel

In veel spirituele tradities wordt God gezien als datgene wat de ziel zoekt. De ziel wordt vaak gezien als een goddelijke vonk of een deel van God dat tijdelijk in het fysieke lichaam verblijft. Het doel van het leven wordt dan vaak gezien als een reis van spirituele ontwikkeling en hereniging met de bron. In het hindoeïsme wordt dit proces aangeduid als moksha, het bevrijden van de ziel van de cyclus van geboorte en dood (samsara), om uiteindelijk weer één te worden met Brahman.

Ook in het christendom wordt de reis van de ziel vaak gezien als een reis naar God, waarin het doel is om het goddelijke in jezelf te erkennen en een relatie te hebben met God, door middel van gebed, meditatie en de beoefening van deugden.

God en het Universum

In sommige spirituele visies wordt God niet gezien als een entiteit buiten de wereld, maar als het allesomvattende wezen dat het universum zelf is. Dit staat bekend als pantheïsme, de overtuiging dat God en het universum hetzelfde zijn. Deze visie is bijvoorbeeld terug te vinden in de filosofie van Baruch Spinoza, die God en natuur als één en hetzelfde beschouwde. In plaats van een persoonlijke God, wordt God hier gezien als de totaliteit van de natuur en het universum, en alles in de wereld is een manifestatie van die ene goddelijke essentie.

God als Onkenbaar

In sommige spirituele tradities wordt God niet als een object van kennis of begrip beschouwd, maar juist als het mysterie dat nooit volledig begrepen kan worden. De mystici uit verschillende tradities, zoals de christelijke mystici, de Soefi’s, en de hindoeïstische yogi’s, beschouwen God als iets dat niet volledig te bevatten is door het intellect. God wordt ervaren in de stilte, in het niet-weten, in het loslaten van alle concepten en vormen. Deze ervaring van het goddelijke is vaak vol van verwondering en awe, en wordt vaak gepaard met een gevoel van diepe innerlijke verlichting.

God en de Bevrijding

In veel spirituele tradities is de relatie met God nauw verbonden met de zoektocht naar bevrijding of verlichting. Dit kan gezien worden als het loslaten van het ego, het overstijgen van de dualiteit, en het ervaren van een diepere waarheid van eenheid met alles. In het hindoeïsme wordt bevrijding moksha genoemd, en in het boeddhisme wordt het nirvana genoemd. In het christendom kan bevrijding worden begrepen als het ontvangen van het eeuwige leven in een vereniging met God. In deze tradities is het besef van God vaak het hoogste doel, en de ultieme ervaring van het goddelijke is vaak een ervaring van innerlijke vrijheid en verlichting.

God, vanuit een spiritueel perspectief, is een veelomvattend en diep concept dat het centrum vormt van de zoektocht naar betekenis, waarheid en eenheid in het leven. Of God nu wordt gezien als het onkenbare mysterie, het allesomvattende bewustzijn, de ultieme liefde, of de bron van het universum, het idee van God speelt een cruciale rol in het spirituele leven van mensen. Het is een concept dat zowel ongrijpbaar als allesomvattend is, en de ervaring van God is vaak het ultieme doel in spirituele tradities, aangezien het ons uitnodigt om voorbij de grenzen van het ego en de materiële wereld te kijken en ons verbonden te voelen met iets veel groters dan onszelf.

Het concept van God als de oneindige schepper is een centraal onderwerp in veel religies en filosofieën, maar de interpretatie en het begrip van deze God varieert sterk tussen verschillende tradities. Hieronder geef ik een uitgebreid verslag over hoe God als de oneindige schepper wordt gezien in verschillende religies en filosofische systemen.

God in de monotheïstische tradities

Jodendom

In het jodendom is God (JHWH) de ultieme, onvoorstelbare en onbegrijpelijke schepper van het universum. In de Thora, het heilige boek van de joden, wordt het scheppingsverhaal beschreven in het eerste hoofdstuk van Genesis. Volgens dit verhaal schiep God de wereld in zes dagen, waarbij Hij de aarde, de hemel, de zeeën, de planten, de dieren en de mens creëerde. De zeven dagen worden afgesloten met de rustdag, de sabbat.

De God van het jodendom is niet alleen de schepper, maar ook de wetgever en het morele richtsnoer voor de mensheid. God wordt vaak als transcendent gezien (buiten het bereik van de fysieke wereld) en immanent (aanwezig in het dagelijks leven van mensen).

Christendom

Het christendom deelt veel van dezelfde opvattingen over God als het jodendom, maar legt de nadruk op de Drie-eenheid: God de Vader, God de Zoon (Jezus Christus), en de Heilige Geest. In de christelijke traditie wordt God vaak gepresenteerd als de schepper van de hemel en de aarde, en Jezus Christus wordt gezien als de incarnatie van God die naar de aarde kwam om de mensheid te redden.

Christenen geloven dat God niet alleen de fysieke wereld heeft geschapen, maar ook de verlossing van de mensheid heeft voorzien door het offer van Jezus. Dit brengt God ook dichtbij de mens, als een liefdevolle en redderende kracht.

Islam

In de islam is Allah (de naam voor God in het Arabisch) de enige schepper van het universum. Het concept van de schepping in de islam is vergelijkbaar met dat in het jodendom en christendom, maar met enkele nuances. In de Koran wordt verteld hoe Allah het universum uit niets heeft geschapen, wat bekendstaat als de creatio ex nihilo (schepping uit het niets). Allah is zowel transcendent als immanent, en Hij is volkomen buiten het bereik van de menselijke ervaring, maar ook nabij genoeg om de gelovigen te horen en te antwoorden.

Allah wordt vaak geprezen in de Koran voor zijn macht, wijsheid en genade. De schepping wordt gezien als een teken van Allah's macht en wil. Daarnaast wordt in de islam benadrukt dat de mens zich moet onderwerpen aan de wil van Allah en zich richt op het naleven van de wetten van de islam.

God in de filosofische tradities

Deïsme

Het deïsme is een filosofische benadering van God die populair was tijdens de Verlichting. De deïsten geloven in een schepper die het universum heeft gemaakt, maar niet ingrijpt in de dagelijkse gang van zaken. In deze visie is God een soort eerste oorzaak of onpersoonlijke kracht die het universum in gang heeft gezet, maar daarna geen invloed meer uitoefent op de wereld. Het universum wordt dus gezien als een soort mechanisme dat zichzelf voortbeweegt volgens natuurlijke wetten.

De deïsten wijzen vaak op de complexiteit en de schoonheid van de natuur als bewijs voor het bestaan van een schepper, maar zij verwerpen de gedachte dat God zich zou bemoeien met menselijke aangelegenheden.

Pantheïsme

Pantheïsme is het geloof dat God en het universum één zijn. In deze visie is God niet een persoonlijke, transcendente entiteit die van de wereld gescheiden is, maar is God de alomtegenwoordige, levendige energie die door alles heen stroomt. Het pantheïsme werd gepromoot door filosofen zoals Spinoza, die geloofde dat God niet buiten de natuur staat, maar identiek is aan de natuur.

In deze opvatting is de schepping niet iets wat buiten God ligt, maar is God de inherente natuur van de schepping zelf. Het universum is doordrenkt van Goddelijke energie, en alles in de natuur weerspiegelt een aspect van God.

Panentheïsme

Panentheïsme is een andere filosofische benadering die stelt dat God het universum doordringt, maar ook daarboven en buiten is. God is niet alleen het universum, maar ook iets meer dan dat. In deze visie is de schepping een manifestatie van God, maar God is meer dan de fysieke werkelijkheid. Panentheïsme probeert de balans te vinden tussen het transcendente en immanente aspect van God.

God als Oneindige Schepper

In alle bovengenoemde visies wordt God beschouwd als de oneindige schepper van het universum, maar het begrip "oneindigheid" heeft verschillende implicaties:

  • Oneindige Macht: God is vaak gezien als de bron van alle kracht en energie. Zijn vermogen om het universum te creëren en te onderhouden is oneindig en onbegrijpelijk voor de menselijke geest. Dit wordt vaak gepaard met het idee dat God niet beperkt wordt door tijd, ruimte, of materie.

  • Oneindige Kennis: In veel religies wordt God ook gezien als alwetend. Hij heeft een perfecte kennis van het universum, inclusief de toekomst, het verleden, en de diepste gedachten van de mens.

  • Oneindige Goedheid: In monotheïstische tradities wordt God vaak geassocieerd met de hoogste morele goedheid. Hij is het morele voorbeeld voor de mens, en zijn schepping wordt gezien als iets dat oorspronkelijk goed was.

  • Oneindige Transcendentie: Veel religies beschrijven God als een wezen dat buiten het bereik van de menselijke ervaring ligt. Zijn aard is zo volkomen anders dan de menselijke natuur dat hij niet volledig te begrijpen is.

  • Oneindige Immanentie: Tegelijkertijd wordt God vaak gezien als aanwezig in de schepping, het dagelijks leven en in de harten van de gelovigen. Dit maakt God niet alleen de maker, maar ook de continue verzorgende kracht achter de natuur en de menselijke ervaring.

God en de Schepping: Relatie en Betekenis

De vraag waarom God het universum heeft geschapen, is een belangrijke en vaak filosofisch geladen kwestie. Verschillende religies en filosofieën geven verschillende antwoorden:

  • In de monotheïstische tradities wordt vaak gesteld dat God het universum heeft geschapen uit liefde, en dat de schepping een manier is waarop God zijn aanwezigheid en liefde aan de mensheid manifesteert. In het christendom is het idee dat de schepping de mensheid in staat stelt om een relatie met God te hebben.

  • In het deïsme is de schepping een soort rationele daad van een schepper die de natuurwetten heeft ingesteld. De mens wordt aangemoedigd om door middel van rede en natuurwetenschappen naar God te zoeken.

  • In het pantheïsme wordt het universum zelf gezien als een directe uitdrukking van de goddelijke werkelijkheid. Alles wat bestaat, is doordrongen van het goddelijke, en het doel van het leven is om deze goddelijke aanwezigheid te erkennen en ermee in harmonie te leven.

  • In het panentheïsme is de schepping een manier voor God om zichzelf te uiten, maar God blijft altijd verder gaan dan wat de schepping is. De relatie tussen God en het universum is dus dynamisch en evoluerend.

 

De Bijbel

in de Bijbel is het concept van God zowel complex als diepgaand. God wordt gezien als de Schepper van het universum, de bron van alles wat bestaat. De Bijbel beschrijft God vaak in metaforische, symbolische en spirituele termen. Echter, in het boek Ezechiël wordt een zeer gedetailleerde en visuele beschrijving van God gegeven, die als een van de krachtigste en mystieke visioenen in de Bijbel wordt beschouwd.

Ezechiël’s Visioen van God (Ezechiël 1)

Het visioen van Ezechiël wordt gegeven in Ezechiël hoofdstuk 1, en het is bijzonder omdat het een gedetailleerde, visuele weergave biedt van hoe God (de "Glorie van de Heer") zich aan de profeet manifesteert. Ezechiël, een profeet die rond 593 v.Chr. in ballingschap in Babylonië was, heeft dit visioen terwijl hij aan de rivier de Chebar zit.

Ezechiël beschrijft het visioen als volgt:


Ezechiël 1:4-28 (Samenvatting)

Stormwolk (Ezechiël 1:4)

Ezechiël ziet een stormwolk uit het noorden komen, met een grote, roterende nevel en een vlam die eruit voortkomt. Dit staat symbool voor de aanwezigheid van God, die zich aan Ezechiël openbaart als een kracht die alles overweldigt.

Vier levende wezens (Ezechiël 1:5-14)

  • Ezechiël ziet vier levende wezens die op veel manieren onbegrijpelijk en buitengewoon zijn. Elk wezen heeft vier gezichten en vier vleugels:

 

Het eerste gezicht is als dat van een mens.

 

Het tweede gezicht is als dat van een leeuw.

Het derde gezicht is als dat van een stier (of os).

 

Het vierde gezicht is als dat van een arend.

 

  • De wezens bewegen zich in alle richtingen zonder te draaien en hebben handen onder hun vleugels.
  • Deze wezens worden vaak gezien als een symbolisering van de kracht, majesteit en het diverse aspect van God’s aanwezigheid.

 

Wielen binnen wielen (Ezechiël 1:15-21)

Ezechiël ziet een visioen van wielen die naast de levende wezens staan. De wielen zijn bijzonder: ze lijken elkaar te doorkruisen, als wielen binnen andere wielen. Dit wordt vaak geïnterpreteerd als een symbool voor de alomtegenwoordigheid van God en de perfecte orde in Zijn schepping.

De wielen bewegen samen met de wezens, wat betekent dat de goddelijke energie zich in harmonie en synchroniciteit door de wereld beweegt.

De Glorie van de Heer (Ezechiël 1:22-28)

Boven de vier levende wezens ziet Ezechiël iets dat lijkt op een saffier, wat in de Bijbel vaak wordt gezien als een blauwachtig kristal. Het is een soort hemel, een troon van God.

Op deze troon zit een figuur die eruitziet als een mens, maar met een uitstraling die meer dan menselijk is, stralend van glorie en vuur. Ezechiël beschrijft deze figuur als een hemelse en majestueuze verschijning, die de glorie van de Heer vertegenwoordigt.

De kleur van de uitstraling van deze figuur is als glanzend koper of vuur, wat symbool staat voor de heiligheid en het verheven karakter van God. De troon is ook bedekt met een soort van boog van regenbogen, wat het idee van het verbond van God met de mensheid herinnert.

Interpretaties van de Visie van Ezechiël

Er zijn verschillende manieren waarop deze visioenen kunnen worden geïnterpreteerd, afhankelijk van theologische tradities en perspectieven:

Symbolisme van de Vier Wezens:

  • De vier gezichten worden vaak gezien als symbolen van verschillende aspecten van de natuur en van de schepping. De mens vertegenwoordigt de menselijke natuur, de leeuw staat voor kracht en koninklijkheid, de stier (os) voor dienstbaarheid en de arend voor snelheid en hogere visie.
  • Deze symbolen kunnen worden geïnterpreteerd als representaties van de complete schepping die in harmonie en onder God’s gezag werkt.

    De Wielen:

    • De wielen die in verschillende richtingen draaien zonder te draaien, kunnen worden gezien als een symbool van Gods alomtegenwoordigheid en onbegrijpelijke wijze van handelen. De wielen kunnen ook wijzen op de mysterieuze en paradoxale manieren waarop Gods wil door de wereld beweegt.

      De Glorie van God:

      • De afbeelding van God op de troon kan worden geïnterpreteerd als een manifestatie van Zijn heiligheid, macht en de onbenaderbaarheid van Zijn wezen. God verschijnt in een vorm die zowel herkenbaar (als mens) als transcendent (met vurige glorie) is.
      • De regenboog die boven de troon zichtbaar is, wordt vaak geïnterpreteerd als een teken van het verbond van God met de mensheid, zoals het verbond dat God met Noach aangaat na de zondvloed.

Gods Manifestatie in de Bijbel: Verschillende Aspecten

  • Geestelijk: In veel delen van de Bijbel wordt God beschreven als een geest, een onzichtbare en geestelijke aanwezigheid die alles doordringt. Bijvoorbeeld, in Johannes 4:24 wordt God beschreven als een geest die vereerd moet worden in geest en waarheid.

  • Heerlijkheid en Glorie: In Ezechiël en andere boeken wordt God vaak beschreven in termen van glorie en heiligheid. Zijn aanwezigheid is vaak te krachtig voor mensen om volledig te verdragen. In Exodus 33:20 zegt God tegen Mozes: "Je kunt mijn aangezicht niet zien, want geen mens zal leven als hij mij ziet."

  • Jezus Christus als Gods Openbaring: In het Nieuwe Testament wordt God volledig geopenbaard in de persoon van Jezus Christus. Hoewel dit niet precies overeenkomt met de visie in Ezechiël, wordt Jezus door de christelijke traditie gezien als de uiteindelijke manifestatie van God op aarde (Johannes 1:14: "Het Woord werd vlees").

Wat Zegt de Bijbel Over Hoe God Er Uitziet?

De Bijbel stelt dat God een transcendent wezen is, dat niet volledig te begrijpen is door de menselijke geest. In Ezechiël wordt een indrukwekkende visuele manifestatie gegeven die ons een glimp biedt van de majesteit en de heiligheid van God. God wordt voorgesteld als een wezen van vuur, licht, en macht, met symbolische betekenissen die verschillende aspecten van de schepping en de menselijke ervaring vertegenwoordigen.

Hoewel het moeilijk is om een exact beeld te krijgen van hoe God er uitziet, biedt het visioen van Ezechiël ons een krachtig en mystiek beeld van de heilige aanwezigheid van God, die boven alles verheven is, maar ook in de wereld beweegt, met een boodschap van kracht, rechtvaardigheid en het verbond met Zijn volk.

 

zie ook : Buddy's Journey