
De stille druk van het spirituele ego
De nieuwe meetlat van verlichting
In spirituele kringen duikt steeds vaker een subtiel spel van vragen op. Vragen die op het eerste gezicht onschuldig lijken, maar vaak een toetsing verhullen: “Ben je al gestopt met vlees eten? Gebruik je wel dagelijks je affirmaties? Hoe lang mediteer je? Draag je de juiste symbolen?” Wat begint als belangstelling, verandert al snel in een impliciete beoordeling. Alsof er een onzichtbare lijst is waarop je wordt afgevinkt — spiritueel genoeg of niet.
De oorspronkelijke ziel van spiritualiteit – verbinding, bewustzijn, innerlijke vrijheid – lijkt soms naar de achtergrond te verdwijnen. In plaats daarvan ontstaat er een soort prestatiecultuur waarin het draait om 'goed doen' volgens de normen van spirituele autoriteiten: populaire coaches, influencers of moderne mystici. Spirituele praktijken worden regels, en die regels worden wapens om jezelf of anderen langs een meetlat te leggen. Het ego nestelt zich handig in deze idealen, fluistert: “Ik doe het beter dan jij.”
Een veelgehoorde overtuiging is bijvoorbeeld dat vlees je energetisch verlaagt. Daarmee worden vleeseters vaak subtiel weggezet als 'onzuiver' of 'laag in trilling'. Zulke denkbeelden kunnen meer kwaad dan goed doen. Ze zaaien verwarring, schuld en innerlijke verdeeldheid — precies wat spiritualiteit zou moeten helpen verzachten.
Voedingskeuzes zijn persoonlijk en complex. Ze raken aan lichamelijke behoeften, culturele achtergrond, emotionele patronen, en ook aan iemands unieke interpretatie van spiritualiteit. Te stellen dat er één ‘juiste’ manier is, doet tekort aan de diversiteit van menselijke ervaring. Wat de één voedt, kan een ander verzwakken. En niemand zou zich moeten dwingen tot een levenswijze die haaks staat op hun wezen, puur om ‘spiritueel correct’ te zijn.
Wanneer we rigide richtlijnen verwarren met bewust leven, raken we het contact kwijt met onze eigen intuïtie. Dan wordt spiritualiteit geen bevrijding meer, maar een keurslijf. En eerlijk: waarom zou genieten van een glas wijn, een goed diner of een avond ontspannen niet samengaan met een bewust leven? Spiritualiteit is geen ontsnapping aan het aardse – het is een verdieping ervan.
Het pad naar binnen vraagt geen perfectie. Het vraagt overgave. Het nodigt je uit om trouw te zijn aan jezelf – niet aan een opgelegd ideaal. Ware groei ontstaat niet door je te onderwerpen aan regels, maar door te luisteren naar je innerlijke stem. Door jezelf toe te staan volledig mens te zijn – met alles erop en eraan.
Toch is er een groeiend aantal mensen dat zichzelf ziet als 'verheven' of 'ontwaakt'. Zij lijken hun verlichting te etaleren als een soort spirituele status. Maar juist in dat etaleren schuilt een valkuil: het spirituele ego. Het fluistert niet “ik ben vrij”, maar “ik ben verder dan jij”. En zo wordt een pad van verbinding een podium van uitsluiting.
Maar spiritualiteit laat zich niet vangen in hiërarchieën. Er is geen vaste route naar het heilige. Iedereen wandelt zijn eigen weg, met eigen lessen, dieptepunten, openbaringen. Het goddelijke is geen eindbestemming – het is vervlochten met elk moment van het leven zelf. Het ademt in een blik, een stilte, een lach.
Of je nu mediteert in stilte of fietst door de regen, of je nu ayahuasca drinkt of gewoon thee met een vriendin: wat telt is je aanwezigheid. Je oprechtheid. Je hart. Niet het ritueel, maar de intentie waarmee je leeft.
Dus laat het oordeel los – vooral dat over jezelf. Je hoeft niets te bewijzen. Je hoeft nergens te komen. Jij bént het pad, zoals je nu bent. Spiritualiteit is niet iets dat je verdient – het is iets dat je herkent. In jezelf. In de ander. In het leven zelf.