
Meditatie
Instructie
Begin met een kalme en vredige geest. Ontspan diep, maar blijf volledig alert en aanwezig. Je houding moet sterk blijven, maar niet stijf. Ontspan, maar zak niet in. Observeer de natuurlijke ademhaling. Probeer tijdens deze meditatie de ademhaling op geen enkele manier te veranderen of te manipuleren. Je observeert simpelweg datgene wat al gebeurt. De ademhaling gebeurt, jij merkt het alleen op. Cultiveer concentratie en het vermogen om toe te laten. Wees niet verrast of gefrustreerd als je merkt dat je gedachten afdwalen.
Zodra je merkt dat je geest is afgedwaald, breng je de aandacht rustig terug naar de ademhaling. De geest zal blijven afdwalen, en jij blijft ‘m terugbrengen. Dat ís de meditatie. Soms raak je even verdwaald in gedachten. De oefening is om geen interesse te tonen in welke gedachte dan ook – plannen, herinneringen, zorgen, fantasieën. Laat elke gedachte gaan, zonder oordeel. Zelfs als je gedachten hebt die oordelen over je meditatie of je ervaring als goed of slecht, laat ook die gaan.
Laat ze gewoon los. Tijdens langere meditaties zullen hindernissen opkomen. Dat kan slaperigheid zijn, onrust, verveling of lichamelijke pijn. Wanneer je aandacht wordt afgeleid door wat dan ook, oefen dan in gelijkmoedigheid: laat het zijn zoals het is en keer terug naar de adem. Als de pijn te intens wordt, kun je eventueel van houding veranderen. Met oefening zal je vermogen om met hindernissen om te gaan toenemen.
Misschien merk je dat het wegdraaien van pijn die soms juist sterker terugbrengt. Laat de pijn er zijn, open je volledig voor wat je voelt, laat het opkomen, zich uitdrukken en verdwijnen. Paradoxaal genoeg is de weg uit de pijn, door haar volledig toe te laten. Ook prettige ervaringen kunnen hindernissen worden wanneer je eraan gaat hechten. Soms ontstaan gelukzalige gevoelens, en probeert de geest zich eraan vast te klampen. Laat ook deze gevoelens gewoon zijn zoals ze zijn, en keer terug naar de ademhaling.
Kijk niet opzij, focus alleen op het object van meditatie – de adem. Observeer de pulsering van de adem, het in- en uitstromen, het uitzetten en samentrekken. Wees helder, wakker en aanwezig. Blijf bij de natuurlijke adem. De geest zoekt afleiding of wil iets interessants doen. Laat het niet saai worden, voel de levendigheid van de adem. Ga erin mee. Merk elke sensatie op die met de ademhaling te maken heeft, van grof tot subtiel.
Misschien merk je dat er meer lucht door het ene neusgat stroomt dan het andere. Misschien is er spanning ergens in het lichaam die de ademhaling beperkt – in de onderbuik, de hartstreek, de keel of ergens anders. Merk het op en laat het zijn. Zie hoe de buik omhoog en omlaag beweegt. Is het diep of oppervlakkig? Verandert het? Is het vloeiend of onregelmatig? Het maakt niet uit – observeer het gewoon zonder tussenbeide te komen.
Is de lucht die je inademt koeler dan de lucht die je uitademt? Voel je misschien een tinteling bij je neusgaten? Kun je de polsslag van de adem voelen, zoals golven op de oceaan? Laat de adem vrij zijn. Laat haar veranderen, groeien, verdwijnen als ze wil. Mis de veranderingen niet – merk ze op, hoe subtiel ook. Observeer geduldig en volhardend. Het vraagt oefening om bij de adem te blijven zonder dat de geest afdwaalt.
In diepe meditatie is de concentratie als een continue stroom olie. Ego-gedachten zijn onderbrekingen in deze stroom. Duw deze gedachten niet weg en onderdruk ze niet – dan komen ze op een andere manier terug. Maar raak er ook niet in geïnteresseerd, anders verlies je je weer in dagdromen. De middenweg is: noch onderdrukken, noch vasthouden. Observeer gewoon de adem, en de gedachten zullen vanzelf tot rust komen.
Wanneer je ze geen energie meer geeft, verliezen de denkpatronen hun kracht. Je richt je aandacht op de adem om energie weg te leiden van het denken. De ademhaling kan onbewust gaan als je er geen aandacht aan geeft, of bewust worden als je haar observeert. Merk op hoe de adem verandert zodra je er aandacht aan schenkt. Bewuste ademhaling is levendige ademhaling. Als je aandacht bij de adem blijft, kan je innerlijke energie toenemen.
Dit kan wrijving of ongemak veroorzaken. Die intensiteit kan oude patronen activeren. Je voelt misschien de spanning tussen de intentie om bij de adem te blijven en de neiging van de geest om te ontsnappen. Deze wrijving is essentieel – het is het vuur dat het ego verbrandt, de alchemie die pijn en plezier omvormt tot eenheid. Blijf overgeven. Blijf aanwezig. Laat de adem je verankeren in het nu. Meester je adem, en je meester je geest.
Er is maar één adem – de adem die nu gebeurt. Laat de adem je diep in jezelf brengen. Duik in de oceaan van adem, van innerlijke energie, van levensstroom. Als je merkt dat je geest afdwaalt, en je realiseert het je, dan ben je eigenlijk alweer terug bij de adem. Je hoeft niets te doen om terug te keren – je merkt alleen op wat er gebeurt en laat het los. De adem is diepgaand, mysterieus, maar we nemen haar vaak voor lief. We voelen haar niet echt. Meestal ervaren we slechts onze gedachten over de adem – niet de adem zelf. Concentratie en overgave – dat zijn de twee dimensies van meditatie. Blijf geduldig, gefocust, bewust, gelijkmoedig en ontspannen in het moment.


